Indien er sprake is van ovariumcarcinoom wordt door de patholoog weefseldiagnostiek ingezet om te weten of het zinvol is om nader onderzoek te doen naar een erfelijke aanleg (kiembaantest). Hiervoor wordt een Tumor-First test gedaan.
De gynaecoloog informeert de patiënt over de tumor DNA-test en stuurt weefsel in voor standaard PA onderzoek. Indien de patiënt niet instemt met de tumor DNA-test (zeldzaam), dient dit door de gynaecoloog bij de aanvraag te worden vermeld.
De patholoog vraagt de tumor DNA-test aan bij alle nieuwe diagnoses ovarium- of tubacarcinoom, tenzij de patiënt bezwaar heeft (Opt-Out). Hiervoor stuurt de patholoog het meest geschikte FFPE-tumorblokje naar het moleculaire lab. De volgende genen moeten minimaal getest worden: BRCA1, BRCA2, RAD51C, RAD51D, PALB2 en BRIP1.